Mensen vertellen elkaar al duizenden jaren verhalen. Hoewel er in eerste instantie waarschijnlijk een sterke orale traditie bestond, waarbij mensen elkaar mondeling verhalen doorgaven van generatie op generatie, is een van de oudste geschreven literaire werken maar liefst 3000 jaar oud. Het gaat om het Gilgamesj-epos, een heldendicht van ongeveer 3000 regels, afkomstig uit Mesopotamië.
Sindsdien zijn er veel technologische innovaties geweest die creatief schrijven veranderd hebben, van de boekdrukkunst tot de typemachine. Maar wat dragen virtuele media eigenlijk bij aan het vertellen van verhalen? Welke veranderingen zijn er, door nieuwe technologieën zoals het internet en kunstmatige intelligentie, nu gaande?
Meer bereik dan ooit
In eerste instantie lijkt het internet juist een goede ontwikkeling voor literatuur. Je hebt immers een groter bereik dan ooit. Dat geldt eigenlijk voor alles. Je kunt gelijkgestemden vinden met dezelfde hobby’s en interesses. Je kunt winkelen in webshops waar je anders nooit toegang tot zou hebben gehad. Waar je vroeger wel uit moest naar een bioscoop kun je nu makkelijk thuis een film streamen, en zelfs voor een avondje casino hoef je de deur niet meer uit. Steeds meer Nederlanders wagen wel eens een gokje bij een online casino, omdat er online een groter spelaanbod is met betere bonussen, aldus Esports Insider over casino’s zonder Cruks. Voor veel mensen zijn deze nieuwe vormen van vermaak toegankelijker en eenvoudiger dan ooit, want je hoeft er niet eens de deur meer voor uit.
Met de komst van het internet ligt de wereld dus aan onze voeten, en dat geldt ook voor de lezers en creatievelingen onder ons. Niet alleen zijn er websites met boekrecensies, zoals Goodreads of het Nederlandse Hebban, maar er bestaan ook speciale websites waar mensen hun eigen werk kunnen plaatsen. Wattpad en Fanfiction.net zijn hier enkele voorbeelden van.
Nieuwe manieren van verhalen vertellen
Het is dus steeds makkelijker om informatie te vinden over boeken, of om nieuw talent te ontdekken. Maar daarnaast zijn er door nieuwe technologieën ook nieuwe manieren ontstaan om een verhaal te vertellen. Hoewel de eerste games, zoals Tetris of Snake, vrij simpel waren, hebben moderne computerspellen vaak complexe verhaallijnen.
Er zijn dus verschillende manieren waarop gamen en schrijven op elkaar lijken. In boeken hebben personages verschillende karakters, manieren van spreken en motivaties, en in games is dat niet anders. Het is ook een manier om nieuwe werelden te ontdekken. Of het nu gaat om een game als Grand Theft Auto, dat zich afspeelt in een criminele onderwereld, of Kingdom Come: Deliverance, waarbij je moet zien te overleven in Middeleeuws Bohemen, je waant je, net als bij het lezen van een boek, in een hele andere wereld.
Daarnaast is er bij veel games een centraal conflict en moet er een probleem worden opgelost, net als in een goed uitgewerkt plot. Het schrijven van een succesvolle game kan dus net zo lastig zijn als het uitbrengen van een bestseller. Een belangrijk verschil tussen een game en een boek is wel dat de lezer van een boek een passieve toeschouwer is, die geen invloed heeft op het verloop van het verhaal. In een game heeft de speler een actieve rol.
Algoritmes: een vloek of een zegen?
Hoewel technologie veel nieuwe mogelijkheden biedt, kan het de schrijver in sommige opzichten ook tegenwerken. Je kunt nog zo’n goed gevoel voor taal hebben, maar wat uiteindelijk gezien en gelezen wordt, wordt bepaald door een algoritme. Dat betekent dat schrijvers er goed aan doen bepaalde zoektermen in hun verhalen te verwerken, of te kiezen voor een populair genre. Ook worden gevoelige of controversiële onderwerpen vaak minder gepromoot, terwijl literatuur de lezer juist wel aan het denken hoort te zetten.
Op zich is dat natuurlijk geen nieuw fenomeen. Vroeger moesten schrijvers zich ook aanpassen aan wat uitgevers dachten dat aan zou slaan bij de lezer. Zo kreeg zelfs J.K. Rowling, de succesvolle schrijfster van de Harry Potter-boeken, bij veel uitgeverijen de deksel op haar neus.
Autocensuur is ook geen nieuw onderwerp. De zeventiende-eeuwse Franse toneelschrijver Molière moest zichzelf vaak censureren, omdat hij in de absolute monarchie van Lodewijk XIV ook niet zomaar alles kon zeggen. Desondanks is hij toch wereldberoemd geworden, en maakte het dat hij misschien juist wel creatiever moest zijn. Zijn moderne algoritmes uiteindelijk echt anders?
De opkomst van kunstmatige intelligentie
Er is sinds enkele jaren natuurlijk nog een nieuwe factor in het spel: kunstmatige intelligentie, ook wel AI genoemd. Dit brengt een hoop ethische vraagstukken met zich mee. AI wordt gevoed met bestaande teksten, maar hoe zit het dan met auteursrechten? Mag je zomaar door AI gegenereerde teksten gebruiken, ook wanneer deze zijn gebaseerd op het werk van een ander?
En is het gebruik van AI eigenlijk wel goed voor ons? Er is ondertussen wel wat onderzoek gedaan naar de invloed van ChatGPT op onze hersenen. De MIT-universiteit liet drie groepen studenten een paper schrijven. Een groep mocht ChatGPT gebruiken, de tweede groep maakte gebruik van Google, en de derde groep mocht helemaal geen hulpmiddelen gebruiken. Het is niet verwonderlijk dat de ChatGPT-groep de minste hersenactiviteit vertoonde. Wel waren de papers vaak feitelijk juist, maar ook aanzienlijk minder creatief.
Net als iedere andere innovatie brengen nieuwe technologieën interessante nieuwe mogelijkheden met zich mee voor schrijvers. Er zijn echter ook uitdagingen, zoals het voldoen aan machtige algoritmes en de opkomst van kunstmatige intelligentie.

