Wat is basofilie en wat zijn de symptomen en oorzaken van een te hoog aantal basofielen

Wat is basofilie?

Misschien weet je nog helemaal niet wat basofilie is. Logisch ook, want het is niet een term die dagelijks gebruikt wordt. Basofiele granulocyten (ook wel basofielen genoemd), is een bepaald type witte bloedcellen. Een toename in het aantal basofielen in het bloed, wordt basofilie genoemd. Meestal gaat het gepaard met een verhoogde productie van eosinofielen, waardoor de twee bloedwaarden ‘basofielen’ en ‘eosinofielen’ worden verhoogd.

Deze cellen spelen een belangrijke rol in de verdediging van het lichaam. Bijvoorbeeld tegen parasieten of het beheersen van allergische reacties. De granulocyten zijn te onderscheiden in neutrofiele, basofiele en eosinofiele granulocyten, waarvan de basofielen het minst voorkomend zijn. Hun aandeel in de leukocyten is meestal ongeveer tot maximaal 2 procent. Het percentage basofiele granulocyten in het bloed is dus laag, maar bij bepaalde ziekten stijgt hun aantal. Doordoor spreken we bijvoorbeeld van leukemie, een ziekte waarbij dit proces gebeurt.

Wat doen witte bloedcellen?

We hebben drie soorten cellen in ons bloed: rode bloedcellen (RBC), witte bloedcellen (WBC) en bloedplaatjes (BP). Elk hebben ze hun eigen specifieke functie. In ons afweersysteem is dus een belangrijke rol voor witte bloedcellen weggelegd. Als ons lichaam zich moet verdedigen tegen indringers (virussen, bacteriën of parasieten), worden er witte bloedcellen bijgemaakt. Een toename van het totaal aantal witte bloedcellen noemen we leucocytose en gebeurt dus als het lichaam tegen iets ‘vreemds’ moet vechten.

Bloed bestaat uit een vloeibaar gedeelte, dat heet ook wel plasma. Het plasma staat in voor het transport van de voedingsstoffen en de bloedcellen (rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes). De witte bloedcellen worden onderverdeeld in drie grote groepen: lymfocyten, monocyten en granulocyten. De granulocyten bestaan op hun beurt uit neutrofielen (belangrijk om infecties te bestrijden), basofielen (over hun functie is weinig gekend, maar is bijvoorbeeld sterk verhoogd bij een bepaald type van bloedkanker) en eosinofielen. 

Wat is eosinofilie?

Men spreekt van eosinofilie wanneer het aantal eosinofielen in het bloed hoger is dan normaal. Het aantal eosinofielen kan variëren, maar dat is in de meeste gevallen normaal. Het gehalte is hoger als vrouwen menstrueren of bij fysieke inspanning, maar ook in de avond. Eosinofielen zijn ’s ochtends vroeg en onder invloed van bepaalde geneesmiddelen een stuk lager. Het kan ook voorkomen als we stress ervaren, maar dat hoeft niet.

Eosinofilie kan zeer veel verschillende oorzaken hebben: het kan bijvoorbeeld gaan om een allergische reactie en dat is ook een van de meest voorkomende oorzaken. Maar het kan ook zijn dat je een parasiet in je lichaam hebt, zoals wormen of toxoplasma. Dan zijn er ook nog de wat kleinere infecties zoals huidziekten, longontsteking, maagdarmziekten, immuunstoornissen of bij giftige stoffen in je lichaam. En het kan bij eosinofilie gaan om een ziekte in het bloed of kanker in het bloed.

Wel goed of niet goed?

Op zich is het hebben van eosinofilie dus goed, want het zijn de vechtertjes van het lichaam. Ze doen hun werk als er een virus of andere ziekte het lichaam binnendringt. Je zou zeggen, des te meer Eosinofilie, des te beter? Maar dat is niet in alle gevallen zo. Eosinofilie kan erfelijk voorkomen bij de leden van sommige families en soms is daar helemaal geen verklaring voor. Te veel eosinofilie is dus ook niet goed voor het lichaam.

Hoe vaak komt het voor?

Eosinofilie komt vaak voor. Iedereen heeft dus Eosinofilie als er een ziekte je lichaam binnenkomt. In geïndustrialiseerde landen zijn allergische reacties de meest voorkomende oorzaak, maar wereldwijd komt eosinofilie het meest voor bij parasitaire infecties. Een zekere mate van eosinofilie komt bij 60% van de kankers voor. Daarom is het hebben van grote hoeveelheden eosinofilie soms ook al snel zorgelijk.

Hoe kun je het herkennen?

Eosinofilie kan gepaard gaan met flink wat verschillende mogelijke klachten, afhankelijk van de oorzaak. Deze klachten zijn meestal het gevolg van de onderliggende aandoening en worden zelden door de eosinofilie zelf veroorzaakt. De enige manier om erachter te komen of je witte bloedcellen in aantallen zijn gegroeid, is door bloed af te nemen. Een afwijking wordt vastgesteld aan de hand van een bloedonderzoek.

Wat kan een dokter doen?

Als het aantal eosinofielen in het bloed slecht een beetje is gestegen en zijn er geen klachten, dan zal je om de 1 tot 2 maanden op controle moeten komen. De arts zal dan kijken hoe het aantal eosinofielen zich verhoudt en of je klachten krijgt of niet. Heb je al klachten, dan word je vrijwel meteen doorverwezen naar een specialist in het ziekenhuis. Vaak om het zekere voor het onzekere te nemen.

Wanneer is het gevaarlijk?

Wanneer het aantal eosinofielen veel hoger is dan normaal, wordt een grondig onderzoek verricht naar de mogelijke oorzaak. De arts zal via een grondige bevraging, een lichamelijk onderzoek en een uitgebreid bloed- en stoelgangonderzoek proberen een onderscheid te maken tussen een goedaardige eosinofilie (in geval van een allergie) of een ongecontroleerde eosinofilie (bij sommige vormen van leukemie). 

Wat doen de basofielen precies?

Wat doen de basofielen precies

Basofielen hebben verschillende taken als het gaat om de immuun afweer. Zoals wondgenezing, waardoor je hopelijk zo min mogelijk littekens overhoudt na een val of snee. Basofielen zijn dus ook bezig om ziektes, schimmels en parasieten te verdedigen. Maar ook het opsporen en vernietigen van gedegenereerde cellen in de vroege stadia van kanker.

Maar ook bij allergieën en ontstekingsreacties spelen deze kleine jongens een rol en daarmee zijn ze in je lichaam hartstikke waardevol. De basofiele granulocyten heeft receptoren aan de oppervlakte voor bepaalde exogene stoffen, zogenaamde antigenen. Zodra antigenen zoals pollen zich hechten aan de juiste receptor op de basofiele granulocyten, komen stoffen die in de korrels zijn opgeslagen, zoals heparine of histamine, vrij.

Allergische reactie

Het vrijkomen van histamine leidt tot een onmiddellijke allergische reactie: type I-allergie. Dat betekent dat je de symptomen van een allergie gaat ondervinden. Zoals het verdikken van de aderen en slagaderen en dus een verhoogde vasculaire permeabiliteit. De productie van slijm wordt verhoogd, met gelijktijdige samentrekking van de ademhalingsspieren. De luchtwegen zijn vernauwd. Afhankelijk van de ernst van de allergische reacties leidt dit tot de klassieke symptomen van een allergie: rood worden van de huid, jeuk, daling van de bloeddruk en het moeilijker worden van ademhaling. Vervelend, maar meestal onschuldig. Je kan een allergiepil nemen of je bijvoorbeeld terugtrekken in huis.

 

Lees meer interessante artikelen in onze begrippen en uitgelegd categorie.